British Association for Counseling and Psychotherapy
Jean Piaget (Neuchâtel, 9 augustus 1896 – Genève, 16 september 1980) was een Zwitsers psycholoog die de cognitieve psychologische ontwikkeling van kinderen bestudeerde.
Een belangrijke theorie over de ontwikkeling van leren en denken is de theorie van Piaget. Volgens deze theorie is de cognitieve ontwikkeling afhankelijk van de interactie met de omgeving. De ontwikkeling van het denken wordt opgedeeld in 4 (leeftijds)fases, die hier beschreven worden.
Kritiek op Piaget:
Het kind kan bijvoorbeeld terugvallen van het concreet operationele stadium naar het preoperationele stadium. Kinderen zijn cognitief tot meer in staat dan Piaget ontdekte (o.a. door nieuwe onderzoeken) Piaget onderschatte de invloed van de sociale wereld op de cognitieve ontwikkeling.
Adaptatie bestaat uit twee complementaire processen: assimilatie en accommodatie. Assimilatie is het proces waarmee bestaande kennis en vaardigheden worden gebruikt in nieuwe situaties. Accommodatie is het proces van aanpassing van bestaande vaardigheden of kennis om met een nieuwe situatie om te kunnen gaan.
Het concreet-operationele stadium (7 tot 11 jaar). In dit stadium ziet het kind al wel logische verbanden, maar heeft het nog steeds de behoefte heeft aan concreet materiaal. Het formeel-operationele stadium (vanaf 12 jaar). Vanaf dit stadium is het kind in staat om abstract te redeneren.
Conservatie is begrijpen dat een hoeveelheid niet afhangt van de schikking en de plaats die het inneemt in de ruimte. Conservatie is inzien dat een hoeveelheid onveranderd blijft zolang er niets wordt bijgevoegd of weggenomen, wat men er verder ook aan verandert. Piaget onderzocht de groei naar conservatie.
Piaget onderscheidde drie mechanismen waarmee kennis vergaard wordt: assimilatie, accommodatie en equilibratie.
Theoretici en theorieën
Volgens Vygotsky wordt het niveau van functioneren van een kind zowel bepaald door de aangeboren intelligentie als ook door de mate waarin deze aangeboren mogelijkheden ‘geactualiseerd’ zijn. Hij stelt het niveau van ontwikkeling van een kind niet vast op kalenderleeftijd of aan de hand van proeven van bekwaamheid.
Definitie cognitieve ontwikkeling
Oftewel: cognitieve ontwikkeling is het proces van het leren. Op basis van deze definitie valt op te maken dat een aantal factoren van belang zijn binnen de cognitieve ontwikkeling, namelijk het geheugen, de cognitie en de aandachtsfunctie.
gelijkmaking; aanpassing; opneming en verwerking van voedingsstoffen; (in de taalkunde) gelijkmaking van twee medeklinkers.
accommodatie – Zelfstandignaamwoord 1. voorzieningen ten behoeve van het (aangenaam) verblijf van personen ♢ Het schoolkamp werd gehouden in een accommodatie die speciaal voor het verblijf van groepen jongeren was ingericht. 2. aanpassing (aan de omstandigheden) ♢ D
Een ontwikkelingstaak is bijvoorbeeld het opbouwen van een goede gehechtheidsrelatie met de opvoeder of goed kunnen omgaan met leeftijdgenoten. Het kind of de jongere moet zich vaardig- heden eigen maken om die taken te kunnen vervullen (Meij & Ince, 2013; Goosens & Luyckx in Slot & van Aken, 2019).
Operationeel is alles wat geschikt is om te gebruiken: iets is toepasbaar geworden. Dit kunnen stoffelijke zaken betreffen, maar ook onstoffelijke. Ook geeft men met de term operationeel aan dat iets gaande is, bijvoorbeeld bij een operationeel onderzoek.
symbolisch denken – Systeem van integratie waarbij informatie-elementen worden voorgesteld door symbolen.
Een kleuter kan zich slechts concentreren op één aspect van een probleem. Dit wordt ‘centratie’ genoemd en kan worden aangetoond met het volgende experiment: water wordt vanuit een lang, smal glas overgegoten in een laag, breed glas en weer terug.